Romain Malejacq: 'We hebben een morele verantwoordelijkheid om Afghanen die hun land willen verlaten, welkom te heten'
Romain Malejacq doet al sinds 2007 onderzoek naar Afghanistan. Hij is onderzoeker bij het Center for International Conflict Analysis and Management (CICAM) en schreef het boek Warlord Survival: The Delusion of State Building in Afghanistan. Hoe denkt hij over de huidige ontwikkelingen in Afghanistan? Hoe ziet hij de toekomst van het door oorlog verscheurde land? En welke verantwoordelijkheid dragen we in het Westen?
Afghanistan is al bijna vijftien jaar je belangrijkste onderzoeksonderwerp. Wat maakt dit land zo fascinerend?
“Ik denk dat er, cultureel gezien, maar weinig plekken bestaan die zo afwijken van wat we in West-Europa gewend zijn. De politiek is uitermate ingewikkeld en bij de besluitvorming gelden andere regels. Om naar niet te spreken over de turbulente geschiedenis en de vele etnische groeperingen. Dit maakt het tot een complex land. Telkens weer denken we Afghanistan te begrijpen, en vervolgens realiseren we ons dat we eigenlijk geen idee hebben. Hoe meer ik Afghanistan bezoek en hoe meer ik het land bestudeer, hoe meer ik besef: Ik weet helemaal niets. Dat is een beetje deprimerend, maar het moedigt ook aan om nog meer onderzoek te doen.”Was je verrast door de recente ontwikkelingen in Afghanistan?
“Het resultaat had ik zien aankomen, maar niet dat het zo snel zou gaan. Na de vredesakkoorden in Doha in februari 2020 zeiden veel mensen, waaronder ikzelf, al: Als de VS zich snel terugtrekt zonder de positie van de overheid te versterken, wordt het een ramp.De snelheid waarmee de Taliban het platteland veroverde was voorspelbaar omdat de overheid daar vrijwel onzichtbaar is. Maar ik was verrast door de snelheid waarmee ze de grote steden veroverden. Ik ging ervan uit dat het Afghaanse nationale leger en de Afghaanse veiligheidstroepen in ieder geval in staat zouden zijn om de controle te behouden over de vijf belangrijkste steden. Maar de Taliban hadden een uitgekiende strategie, zowel militair als politiek. En het moreel van het nationale leger was zeer laag omdat ze zich in de steek gelaten voelden door de VS. Ze hadden nauwelijks vertrouwen in het bewind van Ashraf Ghani. Bijna niemand was bereid om zijn leven te geven voor het regime.”
De Taliban zijn nu aan de macht en sommigen zeggen dat het een andere Taliban is dan in de jaren negentig.
“Ik kan je verzekeren dat er niet zoiets bestaat als een Taliban 2.0. Ze hangen nog steeds dezelfde ideologie aan en staan onder hetzelfde leiderschap als in de jaren negentig. Ook hun visie op het politieke bestel en hun opvattingen over de rol van vrouwen in de samenleving, zijn niet veranderd.”Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de Taliban?
“Als eerste verkeert het land in een enorme economische crisis. De Afghaanse economie is voornamelijk afhankelijk van twee dingen: opium en economische hulp. De Taliban hebben de papaverproductie overgenomen, maar dat zal niet toereikend zijn. De Wereldbank, de VS en de EU hebben allemaal hulpprogramma’s stopgezet en banktegoeden bevroren, wat tot de tweede uitdaging leidt: Erkend worden door de internationale gemeenschap, of op zijn minst economische hulp zien te krijgen.”In de jaren negentig slaagden ze er niet in internationale erkenning te krijgen.
“Dat klopt, maar ondanks dat ze niet ideologisch zijn veranderd, zijn ze wel politiek veranderd. Ze hebben geleerd om pragmatisch te zijn in de politiek, en ze hebben veel uitgebreidere diplomatieke betrekkingen. Ook presenteren ze zich heel anders. Ik denk dat ze zullen proberen hun imago aan te passen en enige terughoudendheid te betrachten, zodat hun bewind aanvaardbaar is voor de internationale gemeenschap. Maar niemand zal zich voor de gek laten houden. Ze zullen niet doen alsof het een democratie is. En wij zullen niet denken dat het een democratie is. Ze zullen zich waarschijnlijk onthouden van de meest barbaarse gewelddaden, zoals openbare terechtstellingen, om internationale erkenning te krijgen. Ze zouden ook kunnen besluiten om een aantal van de huidige bureaucraten in functie te laten, omdat deze mensen – in tegenstelling tot de Taliban – wel weten hoe ze een heel land moeten besturen.”Is er hier iets wat je voor de mensen daar kunt doen?
“Dat is iets waar ik veel over gepeinsd heb. Ik heb me zeer machteloos gevoeld. Ik probeer me in te zetten voor belangenbehartiging en heb diverse brieven aan regeringen medeondertekend ter ondersteuning van procedures van o.a. tolken die voor westerse overheden hebben gewerkt en nu asiel zoeken. Ook werd ik uitgenodigd om hier en daar presentaties te houden over de huidige gebeurtenissen, ook hier aan de universiteit. Zo nodigde Radboud Reflects mijn collega Lema Salah en mijzelf uit om over de situatie te discussiëren en nam ik deel aan een evenement bij LUX dat ze had georganiseerd om mensen bewuster te maken over de situatie in Afghanistan en onze morele verantwoordelijkheid te benadrukken. Verder heb ik veel media-optredens gedaan. Maar eerlijk gezegd voel ik me echt machteloos.”Zie je jezelf snel teruggaan naar Afghanistan?
“Ja, zeker. Maar de vraag is: Wat kan ik daar doen? Ik heb geen zin om alleen maar naar Afghanistan te gaan om te zien hoe de mensen te lijden hebben onder de Taliban. Dat voelt niet goed. Wat wel kan, is onderzoek doen naar de Taliban. Maar dat is moeilijk, omdat wanneer ik met mensen spreek, ik ze mogelijk meteen in gevaar breng. Ik ben dus wat terughoudend, maar ik wil wel weer onderzoek gaan doen en de mensen daar bezoeken. Het is belangrijk om het werk voort te zetten omdat we het Afghaanse volk niet het gevoel willen geven dat we ze vergeten zijn.”Je had het over onze morele verantwoordelijkheid. Kun je daar meer over vertellen?
“Ik voel me dan wel machteloos, maar één boodschap die ik kan herhalen is dat de Afghanen, ook al hebben ze niet rechtstreeks voor westerse regeringen gewerkt, door het Westen zijn ze aangemoedigd om in een nieuw, vrij land te geloven en deel uit te maken van een nieuwe samenleving. Nu de Taliban aan de macht zijn, zijn ze om die reden doelwit geworden. We hebben een morele verantwoordelijkheid om Afghanen die hun land willen verlaten en asiel zoeken welkom te heten.Je hebt onlangs een Vidi-beurs gekregen van het NWO. Voor welk onderzoeksproject is deze beurs bedoeld?
“Het onderwerp van het onderzoeksproject is ‘commandantenpolitiek’. In burgeroorlogen, met meerdere gewapende groeperingen, stappen lokale commandanten geregeld over van rebellengroepering naar overheid en vice versa, en zorgen er zo steeds voor dat bondgenootschappen ontstaan en weer uit elkaar vallen. Ik wil me concentreren op Afghanistan en Somalië om de logica van de organisatiestructuren en de conflictdynamiek te begrijpen. Mijn verwachting is dat kennis over wat er op lokaal niveau gebeurt, de sleutel is tot het begrijpen van wat er in conflicten plaatsvindt.”Verschenen in FM Focus, september 2021